Box 1: input -> belastingen -> output

INPUT
AOW [euro/jaar]
ABP [euro/jaar]
AOW/maand
ABP/maand
AOW/jaar [check]
ABP/jaar [check]
Constanten:
p1 schijf 1
p2 schijf 2
p3 schijf 3
c1 schijf 1 [euro]
c2 schijf 2 [euro]
Inkomsten uit vroegere dienstbetrekking:
Werd betaald in 1e schijf: (via p1 en c1)
Werd betaald in 2e schijf: (via p2 en c2)
Werd betaald in 3e schijf: (via p3 en rest)
Totaal aan inkomstenbelasting box 1:
(Dit is of % van mijn inkomen in box 1)

Box 2: input -> belastingen -> output

INPUT
box 2 x1
box 2 x2
6:
7:

Box 3: input -> belastingen -> output

INPUT
spaargelden (totaal)
huizen (totaal)
hypotheken (totaal)
overige schulden (totaal)
Constanten:
circa 34000
circa 60000
0.0 AOW
0.1 Wnw
9.65 Wiz
AlgHk
OHk(en)
67% 0.13 [2019]
33% 5.59 [2019]
Bereken belasting en premie:
Bankrekeningen (spaargeld):
Totale schuld: (hypotheek+schuld):
Grondslag sparen (en beleggen)):
1e schijf 67%:
1e schijf 33%:
Totaal box3 sparen (en beleggen):

Inkomen uit eerder werk + stukje spaargeld = Totaal verzamelinkomen (A)
Inkomstenbelasting box 1 + inkomensbelasting box 3 = Totaal inkomstenbelasting (B)
Betaald aan premie AOW + premie Anw + premie Wiz = Totaal premie volksverzekering (C)
Betaald vanwege inkomsten + betaald vanwege premies = Totaal belasting(en) en premie(s) (D)
Algemene heffingskorting + ouderdomsheffingskorting = Totaal heffingskortingen (E)
Belasting(en) en premie(s) - heffingskorting = Totaal belasting(en) en premie(s) (F)
Reeds betaald - verplicht te betalen = Totaal teruggave (G)

Gegevens

Inkomen (1)
Premies (2)
Giften (3)
Spaargeld (4)
Huis (5)
Schulden (6)
Medicijnen (7)

Betaald

+ Totaal inkomstenbelasting (B)
+ Totaal premie volksverzekering (C)
   = Totaal belasting(en) en premie(s) (D)
    - Totaal heffingskortingen (E)
       = Totaal belasting(en) en premie(s) (F)

Totaal teruggave (G). (Als negatief dan betalen.)

RM. Enschede, 26 nov. 2021